In Rotterdam-West komt een nieuw park aan het water. Het groene gebied gaat Tuschinskipark heten, vernoemd naar de beroemde bioscoopondernemer Abraham Tuschinski.
Het nieuwe Tuschinskipark wordt 12.000 vierkante meter groot en komt aan de Coolhaven, bij de nieuwe woonwijk little C. Het is de schakel tussen de Heemraadsingel, het Museumpark en Het Park. Behalve een park is er ook een straat vernoemd naar Tuschinski én naar twee andere joodse bioscoopondernemers: Karl Weisbard en Samuel Soesman.
Wie was hij en waarom krijgt een Rotterdams park zijn naam? Tuschinski, dat is toch een Amsterdammer? Veel mensen denken dat, maar ten onrechte. Abraham Tuschinski werd in 1886 geboren in wat nu Polen is. In 1904 kwam hij, eigenlijk onderweg naar de Verenigde Staten, terecht in Rotterdam. Eerst werkte hij als kleermaker, later begon hij Hotel Polski, een pension voor emigranten.
In 1911 opende hij zijn eerste bioscoop: Thalia, in een slooppand in het centrum. Tuschinski speelde goed in op de nieuwste trend: de 'lange' speelfilm. Tot die tijd werden er meestal tien films van hooguit tien minuten vertoond. Het publiek wilde wel graag de 'lange'films (van ongeveer een half uur) maar bioscoopondernemers waren huiverig, omdat de huur ervan veel hoger was. Tuschinski durfde het wel aan en Thalia werd een succes.
Volgens het Rotterdamsch Nieuwsblad destijds gaf de bioscoop een 'aangename indruk' met zitplaatsen die 'zeer gemakkelijk en doelmatig ingericht' waren. Het programma was 'een rijke afwisseling van comische en dramatische voorstellingen, die den toeschouwer beurtelings in lachen doen uitbarsten en tot tranen ontroeren'. In 1912 werd het bioscooppand gesloopt om plaats te maken voor het nieuwe (huidige) Rotterdamse stadhuis. Thalia verhuisde naar de Hoogstraat, en Tuschinski nam nog een paar bioscopen over: Scala aan de Hoogstraat, Olympia aan de Binnenweg en Cinéma Royal aan de Coolsingel.
In 1923 verbouwde Tuschinski het Pompenburgtheater tot het Grand Théâtre. Een 'bioscooppaleis' met een luxe uitstraling en een art-deco-inrichting die leek op die van Theater Tuschinski in Amsterdam, een bioscoop die hij in 1921 had geopend. Maar waar dit laatste theater nog steeds bestaat, zijn alle Rotterdamse bioscopen van Tuschinski door het bombardement verloren gegaan. Tuschinski zelf werd in 1942 via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij datzelfde jaar nog vermoord werd.